Ik ben slecht in opruimen en weggooien. Ik raak snel gehecht aan spullen, ook waardeloze prullen zoals kladbriefjes of een elastiekje. Tot voor kort dacht ik altijd dat ik maar raar was daarin, overdreven nostalgisch of zelfs dwangmatig sentimenteel. Wellicht, maar gelukkig ben ik niet de enige. Jan heeft het ook. Jan? Ja Jan Drost, filosoof en schrijver van het boek Als de liefde voorbij is. Zijn hoofdstuk over wat hij ‘attributen’ noemt, “dingen die je verbinden aan de mensen en aan het leven”, was voor mij een schot in de roos. Dat is het! Dat is waarom spullen voor mij op niet-materialistische manier zo belangrijk zijn. En, voeg ik er zelf meteen maar aan toe, waarom het dus soms niet erg is – in deze tijd van minimalisme en Marie Kondo – om nutteloze, kapotte troep te bewaren… Een kleine inventarisatie:
De attributen van mijn leven
Als je mijn huis binnenkomt, is een van de eerste dingen die je ziet een schilderij dat mijn schoonzus voor mij gemaakt heeft toen ik hier pas kwam wonen. Bij een ondergaande zon zitten twee katten, een grote zwarte en een wat kleinere bruin-zwartgevlekte. Boven hun kopjes staat de tekst ‘Home is where your cats purr”. Het schilderij betekent veel voor me. Omdat mijn schoonzus het speciaal voor mij heeft geschilderd. Omdat ze het me gaf op een moment dat ik me behoorlijk ontheemd voelde. Omdat het laat zien hoe goed ze weet wat belangrijk voor mij is en wat ik op dat moment nodig had. Omdat het ‘gewoon’ ontzettend lief was.
Zo weet ik van een heleboel spullen precies van wie ik heb het gekregen of wanneer ik het heb gekocht, waarom, waarvoor, wat er speelde of wat me bezighield:
- Het schaaltje met minuscule schelpjes en de schilderijtjes met geborduurde ballerina’s uit het huis van mijn grootouders
- Het beeldje van een kikkerprins dat opeens op mijn nachtkastje stond nadat mijn eerste relatie in duigen was gevallen en ik mijn moeder had verteld dat het voelde alsof ik nooit nooit nooit nooit nooit meer iemand zou vinden om lief te hebben
- Het glazen sierbord van Villeroy & Boch dat mijn vader voor me meenam uit Luxemburg (en dat laatst helaas door de één van de katjes kapot is gegooid, de scherven heb ik nog, ik wil er een mozaïek van maken)
- Het kussen in de vorm van een wolk dat mijn beste oudste beste vriendin voor me meenam toen ik vreselijk verdrietig was. Menige nacht heeft die ‘wolk’ mijn tranen opgevangen … en achter de wolken schijnt de zon 🙂
- Het lieve briefje dat mijn moeder zomaar op mijn bed had geplakt …. en het briefje ernaast dat er een paar dagen later hing van mijn tante
- De sneeuwbol met een witte duif die mijn oppaskinderen he-le-maal zelf als verjaardagscadeau voor me hadden uitgezocht
- De ring die ik voor mezelf kocht op een fair en die mij er telkens aan herinnert: ik kan dit, ik kan voor mezelf zorgen
- Mijn ‘happy-deur’ vol foto’s, kaarten, hardloopnummers, kindertekeningen en concerttickets: herinneringen aan mooie momenten en lieve mensen
Volgens opruimgoeroes zoals Maria Kondo zit de (emotionele) waarde niet vast aan het object. Je zou dus prima een cadeau of souvenir kunnen weggooien, de herinnering blijft bestaan in je hoofd, het voorwerp zelf heeft geen betekenis. Ik ben het daar niet helemaal mee eens. Als dat zo was, zou het bijvoorbeeld niet zo louterend zijn om spullen die je aan je ex doen denken in de kliko of de vuurkorf te mieteren. Een herinnering kun je bovendien niet vasthouden, niet aanraken, niet zien, ruiken of horen. Een attribuut wel. Maar wat dan nog? Waarom is dat zo belangrijk voor mij?
Attributen als ‘geobjectiveerde verbindingen’
Als wat nou? Ja, Jan Drost is een filosoof en dat betekent dat je je koppie erbij moet houden bij het lezen van zijn boek. Maar toen ik zijn woorden tot me had laten doordringen, wist ik precies wat hij bedoelde. Attributen, of zoals ik ze zelf meestal noem; aandenkens, zijn de tastbare symbolen van de verbinding tussen mensen. Ze staan dus voor de speciale band die je met iemand (of iets) hebt.
In zijn boek vertelt Drost dat hij veel alleen is. Dat betekent niet dat hij niemand nodig heeft, in tegendeel juist; hij kan niet zonder mensen. Het is voor hem alleen niet altijd nodig dat andere mensen ook echt aanwezig zijn. Het is hem genoeg te weten dat ze érgens zijn en dat hij, als hij zou willen, naar ze toe zou kunnen gaan. Zo gaat het mij ook. Ik ben graag alleen, maar alleen als de verbindingen met mijn dierbaren goed zijn. Alleen dan vóel ik me niet alleen. Attributen helpen mij daarbij. Ik voel mij geborgen en minder alleen als ik bepaalde objecten om me heen heb.
Ik heb nu elke dag de ring om die van mijn grootmoeder is geweest en die ik van mijn moeder heb gekregen toen ik 35 werd. Vlak na de breuk met mijn ex kocht ik zelf een ring, een daad van opstand en verzet en om te bewijzen dat ik me prima redde. Ergens lariekoek natuurlijk, maar als ik me daadkrachtig en assertief wil voelen, als ik iets doe helemaal voor mezelf alleen, draag ik nog steeds graag die ring. Niet uit bijgeloof, maar de herinnering aan wat ik te boven ben gekomen, sterkt me.
Attributen kunnen je iets vertellen over wie je bent en wat je belangrijk vindt, schrijft Drost. Ze verbinden je bovendien met andere tijden en de gedachten die ze daarbij oproepen kunnen houvast bieden. Zolang je de attributen niet gaat vereenzelvigen met de mensen naar wie ze verwijzen, zolang je je niet terugtrekt in je magazijn van spullen en je dierbaren in levende lijve verwaarloost, zie ik het probleem van een beetje verzameldrang niet.
Mijn spullen, mijn attributen vertellen me dat ik niet materialistisch ben maar juist grote waarde hecht aan de mensen die dicht bij mij staan en de ervaringen die ik met ze heb gedeeld. Ervaringen van echte vriendschap, echte aandacht en verbinding. Daar wil je je toch zoveel mogelijk mee omringen?
Heb jij voorwerpen waar je speciale waarde aan hecht? Wat zijn jouw attributen en waarom?
Ik herken het eigenlijk wel, al gooi ik tegenwoordig wel makkelijker iets weg. Toch heb ik nog een aantal spulletjes, zoals een glitterlijstje met een klein fotootje van mijn zusje en mij. Ik heb ook nog stapels oude dagboeken. Toch voelt het ook wel lekker nu ik sommige dingen sneller weg doe. Ik bewaar er dan wel een foto van.
Shirley onlangs geplaatst…Naar de Toronto Islands (en hoe het zou zijn om er te wonen)
Oh, dat herken ik wel! Vooral aandenkens uit de familie zal ik echt niet zo snel weg doen! Ik vind dat je een mooi onderscheid maakt tussen matrialisme en een mogelijke andere waardering van spullen (door herinnering). Daar zou best wat meer over geschreven mogen worden, aangezien minimalisme tegenwoordig het toverwoord is. Jan Drost ga ik onthouden om te lezen!
Josephine onlangs geplaatst…Mijn moestuintje & een gerecht van Mrs. Dickens
Snap heel goed dat je spullen wilt bewaren! Het ene gooi je makkelijker weg dan het ander, maar aan spullen, hoe klein ook, kun je prima waarde hechten. De dingen die je noemt, je ringen, schilderij, briefjes, zijn hartstikke belangrijk en herinnneren je aan bepaalde tijden.
Ik ben zelf ieeeets minder sentimenteel als het om spullen gaat, maar ik heb ook een paar dingen die ik nooit van mijn leven kan weggooien. Zoals de ketting en ring die mijn vader me heeft gegeven. Of kaartjes die lieve vrienden me hebben gegeven. Boeken doe ik trouwens ook nooit weg. En kleren weggooien kan ik ook niet goed (dat is wel een puntje van aandacht, want m’n kast puilt uit). Wel heb ik laatst al mijn dagboeken van toen ik jonger was weggegooid. Ik las ze en schaamde me een beetje voor wie ik was. Een onzeker en boze tiener. Daar hoef ik dan weer niet aan herrinnerd te worden! Voelde echt goed toen ik die bladzijdes kon verscheuren! Heb overigens nooit wat bewaard van mijn exen. Ben heel blij dat ik daar altijd makkelijk afscheid van kan nemen!
Johanne onlangs geplaatst…Gaan waar het leven me brengt | Maar wat als ik andere keuzes had gemaakt?
Ik heb zelf weinig sentiment in dat opzicht, maar ik snap wat je bedoelt. Bij veel spullen denk ik vooral aan mensen met psychische stoornissen, meer ‘vasthouden van spullen bij gebrek aan liefde’, dan liefdevol herinneren. Maar dat laatste is zeker een goede reden om dingen te bewaren.
Onze overbuurvrouw heeft echt extreem veel spullen met herinneringen en tientallen fotoboeken en laatst zat ik daar en toen dacht ik: Als ze dood gaat, dan laat ze wel heel veel mooie dingen achter voor haar nabestaanden. Die gaan na haar dood bier drinken in haar huis en komen overal foto’s en spullen tegen van henzelf. En dat vind ik dan wel weer mooi. Maar daarvoor heb ik mijn blog 😉