Lef

Blij dat ik niet meer rij

Bijna 4 jaar geleden haalde ik mijn rijbewijs. Mijn verhaal over hoe ik ondanks mijn angst voor autorijden en faalangst toch het door velen felbegeerde roze papiertje wist te behalen, is nog steeds een van mijn best gelezen blogs hier op Miss Deadline. Ook komen er nog steeds reacties op binnen van mensen die zelf rij-angst hebben en zich bemoedigd voelen door mijn verhaal. Dat maakt het moeilijk maar des te belangrijker om nu te bekennen: ik rij niet meer. En ik ben blij toe.

Mijn rijbewijs halen kostte me, naast een smak geld, ook liters zweet en tranen. Gelukkig vloeide er geen bloed, maar daar was ik vaak wel bang voor. Een blikken monster besturen terwijl de bloederigste rampscenario’s bij elke tegenligger door je hoofd stuiteren, is niet makkelijk. Maar het lukte me, dankzij een speciaal faalangstrijexamen.

Foto van mij juichend bij mijn rijlesauto
foto: Autorijschool Geertje Grabijn

Mijn instructeur drukte me op het hart dat het leren rijden na mijn examen pas echt zou beginnen. Oefening baart kunst. Zo vaak en zo veel mogelijk kilometers blijven maken, dan zou het op den duur steeds makkelijker gaan. Mijn werkgever hielp me daar bij. Ik mocht in een oude afgeragde baby-Benz van de zaak rijden.

Een jaar lang dwong ik mezelf bijna dagelijks achter het stuur. Reed dan precies dezelfde route over de 80-weg – ‘achterlangs’ – naar kantoor en weer terug. Q-music op de radio en kauwgom in de mond (een van mijn 5 tips tegen spanning tijdens het autorijden).

Het werd niet makkelijker.

Rij-angst overwinnen – hoe ver ga je?

Hoe lang moet je volhouden om een angst te doorbreken? Wanneer ‘mag’ je zeggen: ik geef het op?

Daar zijn natuurlijk geen regels en richtlijnen voor. Vrienden en familieleden vinden het vooral zonde dat ik zoveel moeite heb gedaan en zoveel geld heb uitgegeven “voor niks”. 

Ook in de cognitieve gedragstherapie (CGT) hameren ze erop dat vermijden de angst alleen maar vergroot. Dat is zeker waar, weet ik uit ervaring. Hoe langer je een angst uit de weg gaat, hoe moeilijker het wordt om die drempel toch (weer) over te stappen. Het idee achter exposure-therapie (een vorm van CGT) is dan ook dat angst op den duur zal afzwakken als je jezelf door jezelf keer op keer bewust blootstelt aan die angst. Volgens onderzoekers werkt exposure heel goed voor mensen met een fobie of angststoornis.

Hoe angst je in de greep kan houden

Zelf was ik vroeger bijvoorbeeld doodsbenauwd om met het openbaar vervoer te moeten reizen. Voordat ik in de bus kon stappen, moest ik mijn reis tot op de minuut plannen en voorbereiden.

Ik zocht alle vertrek-, overstap- en aankomsttijden uit en ook de tijden van mogelijke latere busritten voor als ik de bus miste.

Ik oefende woord voor woord wat ik moest zeggen tegen de chauffeur.

Ik zocht op de kaart de halte waar ik moest opstappen en uitstappen.

Bekeek op Street View hoe de omgeving eruitzag en aan welke kant van de weg de halte lag (en van welke kant de bus dus zou komen).

Ik printte een lijstje uit van alle tussenstops tot mijn eigen halte.

Tijdens het wachten op de bus, keek ik voortdurend op mijn horloge.

Ook tijdens de rit checkte ik alle informatie (die uitgeprint bij me had) telkens opnieuw – ook al werd ik daar wagenziek van.

Wanneer het moment naderde dat ik op de stopknop zou moeten drukken, barstten mijn darmen zowat uit hun voegen van de spanning. Wat als ik te laat drukte, of te vroeg, of als de chauffeur ondanks alles gewoon door zou rijden?

Immuun voor angst

De angsten zorgden ervoor dat ik zelden ergens buiten de stad op eigen houtje naartoe ging. Tot ik ging studeren en elke dag met de trein naar Groningen moest gaan reizen. Voordat het studiejaar van start ging, maakte ik me meer druk over het reizen dan de opleiding zelf. Maar ik had het geluk dat een klasgenoot precies dezelfde opleiding ging doen en we dus in het begin telkens samen konden reizen. Hij heeft het nooit geweten, maar dat was mijn redding. Zijn aanwezigheid maakte het reizen iets minder spannend, omdat ik er niet alleen voor stond als er iets ‘mis’ zou gaan. Langzamerhand leerde ik de routine van het reizen met de trein. Langzamerhand werd reizen met de trein gewoon. Nu draai ik mijn hand er niet meer voor om en reis ik zelfs niets liever dan met de trein!

Exposure-therapie is dus in wezen weerstand opbouwen tegen een angst. Door jezelf bloot te stellen – jezelf in te enten – hoop je op den duur beter bestand te zijn tegen de angstgevoelens. Met het reizen in het openbaar vervoer is het me gelukt om ‘immuun’ te worden tegen mijn reis-angst. Met mijn rij-angst liep het echter anders.

Hoe ik angst bleef houden voor autorijden

Ik dwong mezelf keer op keer weer achter het stuur, probeerde moed en vertrouwen te putten uit elke rit die zonder al te grote paniekmomenten was verlopen. Maar hoe vaak ik ook weer die auto instapte, ik bleef het vreselijk spannend vinden om te rijden. Verlangde al vuriger terug naar die rumoerige treincoupé waar je ‘gewoon’ achterover kunt leunen om naar buiten te kijken of een boek te lezen.

Voordat ik in de auto stapte, zag ik er enorm tegen op. De hele rit was ik vreselijk gespannen en zat ik met klotsende oksels achter het stuur. In mijn tas een schoon t-shirt om me op kantoor op te kunnen frissen. Tijdens het wachten voor een stoplicht of spoorwegovergang, begon mijn hart steevast te bonzen: als de auto maar niet afslaat (wat dus regelmatig gebeurde). Bij elke rotonde die ik zag opdoemen, wilde in huilen uitbarsten. Als ik een half uur later op mijn bestemming arriveerde, klom ik opgelucht maar doodmoe van alle stress de auto uit, foeterend op mezelf om alle ‘fouten’ die ik had gemaakt. Vaak ook met het schaamrood op de kaken als het inparkeren weer klunzig verliep onder de ogen van mijn (mannelijke) collega’s. De hele dag op werk, zag ik op tegen de terugrit naar huis, waarna in de auto het hele drama weer van voren af aan begon.

Autosleutel met zonnebril op tafel - foto bij 'Blij dat ik niet meer rij'

Ik maakte het mezelf natuurlijk niet gemakkelijk. Door de spanning, maakte ik veel onnodige fouten. Dat maakte me dan weer onzeker, waardoor de spanning toenam en zo verder en zo voort. Waarom lukte het me wel om mijn ov-angst te overwinnen en blijft het autorijden zo’n obstakel? Had ik hier mijn grens bereikt? Was het overwinnen van deze angst een brug te ver?

Niet durven is niet hetzelfde als niet kunnen autorijden

Ik weet het niet. Aan de lessen van mijn instructrice Geertje Grabijn heeft het absoluut niet gelegen. Dankzij haar formidabele instructie en begeleiding kan ik een auto besturen en kan ik verkeerssituaties inschatten en daarnaar handelen. Maar het geloof dat ik het kan, tja, … Dat geloof in je eigen kunnen kan iemand anders je alleen als pril zaadje meegeven. En in mijn eigen handen heeft dat zaadje niet kunnen ontkiemen. Die keer dat ik door festivaldronken vrachtwagenchauffeurs werd belaagd en klemgereden bijvoorbeeld, had een verstikkende werking op mijn zelfvertrouwen. Ik heb het daarna nog maanden volgehouden om te rijden, maar ik bleef stuntelen. En die stuntelmomenten wogen voor mij 10 keer zwaarder dan alle andere momenten waarop het rijden wel goed ging.

De kracht van angstige gedachten

Het verschil zit er misschien ook wel in dat er bij autorijden zoveel meer verantwoordelijkheid op je schouders rust. Reizen met het het openbaar vervoer is uiteindelijk een kwestie van overgave. Je stapt in en dat is het. Wat er ook gebeurt, je kunt er niets aan doen.

In de auto is dat anders. Hoewel je opgesloten zit in je eigen bubbel van aluminium en plastic, voor mijn gevoel kijkt iedereen mee met mijn onervaren gassen, remmen en schakelen . Wachtend voor het verkeerslicht voelde ik al de schaamte branden voor het onvermijdelijke getoeter dat zou volgen als ik wéér de motor zou laten afslaan. Bij elke rotonde en elke afslag bad ik vurig dat er geen tegenliggers zouden zijn die mijn ongecontroleerde stuurwerk zouden opmerken.

En dan het gevaar en de risico’s die je als autobestuurder telkens met hoge snelheid tegemoet raast. Elke handeling, elke beslissing, elke knipper met je ogen kan het verschil maken. Voor je eigen leven, maar ook voor dat van iemand anders. Dat klinkt dramatisch, alsof ik rondreed in een tikkende tijdbom, maar met mijn angststoornis voelde het ook zo. Het was wachten op het moment dat ik of iemand anders niet op tijd zou reageren en dan zouden al die verschrikkelijke beelden uit mijn hoofd werkelijkheid worden.

Die horror en de schaamte kon ik op den duur niet langer verdragen.

Stoppen met autorijden – tot hier en (voorlopig) niet verder

Het was niet eens een bewust besluit om definitief de handrem aan te trekken. Ik ging weg bij mijn toenmalige werkgever en moest daarom mijn auto weer inleveren. Het moment dat ik de sleutels overhandigde aan mijn baas, vierde ik een innerlijk feestje. Een last viel van mijn schouders. Mijn darmen en kaken ontspanden, mijn oksels droogden op. Sindsdien heb ik geen autostuur meer aangeraakt en ik heb geen moment spijt gehad. De eerste weken vroegen mijn ouders nog geregeld of ik de auto wilde lenen. Of ik niet gewoon even een rondje wilde rijden om mijn rijvaardigheid op peil te houden. Ik kon alleen maar vol afschuw NEE! roepen. Na een tijdje drong het besef door dat ik niet meer ging rijden en dat ik dat helemaal ok vond.

Dat besef gaf zoveel rust! Tuurlijk, soms schaam ik me er wel voor. Vooral als mensen vol ongeloof en verbazing reageren als ik vertel (zelden op eigen initiatief) dat ik een rijbewijs heb, maar niet rijd. En soms baal ik ervan om de eeuwige bijrijder te zijn en daardoor minder onafhankelijk kan zijn.

Maar spijt van mijn besluit? Geen enkel moment.

Ik vind het ook niet zonde van de energie en het geld dat ik erin heb gestoken. Ik heb een dappere poging gedaan, ik heb veel geleerd – ook over mezelf-, ik kán in wezen autorijden en dat ik niet meer rijd, brengt mij niet terug op ‘square one’. De ervaring van het proberen, vechten, huilen, overwinnen is op zichzelf al veel waard voor mij. Evenzeer als het ‘falen’ en kiezen voor mezelf.

Stoppen met vechten tegen angst – de juiste keuze voor mij

Waarom ik dit vertel? Omdat het in de eerste plaats wel zo eerlijk en open is, want dat vind ik immers belangrijk. Maar ook om iedereen een hart onder de riem te steken die net als ik voor iets heeft gevochten en uiteindelijk de handdoek in de ring heeft moeten gooien. Falen, mislukken, zwak zijn – het zijn woorden die je tegenwoordig niet lijkt te mogen gebruiken, want: te negatief. Maar diep van binnen zie ik het nog steeds wel zo. Met alleen dit verschil: ik vind het niet meer zo erg.

Ik ben eindelijk echt gaan inzien dat ik geen Marvel-superheld ben en dat er ook niets bewonderingswaardigs aan is als je dat wel zou zijn. De bewuste keuze om het gevecht te staken, om me over te geven en te zeggen; deze angst laat ik nu even zijn, daarmee laat ik de gezonde volwassene in mij voor mijn angstige ik zorgen. Dat maakt deze keuze niet goed, niet slecht, maar wel de juiste voor mij op dit moment.

Nooit meer autorijden?

Betekent dit het definitieve einde van mijn chauffeurscarrière? Zal mijn rijbewijs een aandenken worden in de categorie ‘leuk geprobeerd maar helaas pindakaas?’. Geen idee. Voor nu houd ik alle opties open. Uitgerekend nu ik dit blogbericht ben begonnen te schrijven, heeft AFP een auto gekocht. Tot dusver deed ook hij alles met de fiets en de benenwagen, maar nu is dat dus aan het veranderen. Dat lokte natuurlijk meteen plagerige vragen uit. ‘Dus, wanneer kom je voorrijden, of wil AFP de auto graag nog even heel houden?’. Het antwoord is dat ik voorlopig vooral mijn eigen zenuwen heel wil houden. Ik sluit niet uit dat ooit de wens naar meer zelfstandigheid en onafhankelijkheid mij ertoe zal zetten om het weer te proberen. Dan geef ik me gewoon op voor een opfriscursus. Of ik heb geluk en zijn er inmiddels veilige, zelfrijdende auto’s uitgevonden. Zo niet, dan ben ik in ieder geval milieuvriendelijk bezig 😉

Hoe bepaal je jouw grens in je strijd tegen angst?

Ben jij op dit moment in gevecht met een angst en lijkt de hindernis (nu nog) te groot? Vraag je dan eens af waarom je destijds aan je gevecht begonnen bent en of je daar nog steeds achter staat. Wat kost het je om te blijven strijden, is het je dat waard? Voor wie doe je dit en wat levert het je op als je volhoudt.

Alle antwoorden zijn goed. Het gaat erom dat je eerlijk tegen je zelf bent en je goed bewust bent van wat er zich in je binnenste afspeelt. Als dat betekent dat je nu besluit om een strijd te staken, laat me je dan dit zeggen:

Ik begrijp je, het is moeilijk en daarom vind ik je moedig. Ik hoop dat deze bewuste keuze je de rust geeft die je verdient en de kracht om je op iets te richten wat je wel blij maakt.

 

2 thoughts on “Blij dat ik niet meer rij

  1. Vroeger (is voor mij lang geleden) heb ik mijn rijbewijs gehaald.
    Ik heb echt wel gereden maar ik was zo bang in de auto. Dat ik bewust mijn rijbewijs heb laten verlopen, toen pas kreeg ik de rust om niet meer achter het stuur te hoeven kruipen. Want ja je kan toch rijden je hebt toch een rijbewijs? was dan de vraag in mij.

    1. Een herkenbare vraag inderdaad en erg vervelend. Jammer dat het ‘nodig’ was je er rijbewijs te laten verlopen om die rust te krijgen, maar blij voor je dat je dat heeft gebracht!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

CommentLuv badge

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.