Na een jaar bloggen weten jullie al best veel over mij. Ik heb tot in detail met jullie gedeeld hoe het is om een angst- en dwangstoornis te hebben, hoe ik worstel met energietekort en teveel slaap en welke (levens-)vragen mij bezighouden. Maar een mens is zoveel meer dan angsten en onzekerheden. Het zijn vaak juist de kleine dagelijkse dingen die ‘t ‘m doen. De kleine eigenaardigheden of gewoonten waarvan anderen (of jijzelf) zeggen: typisch jij! Dat zijn de leuke dingen die je authentiek maken, anders dan de rest. Ik maakte een lijstje met 25 willekeurige weetjes die ikzelf typisch Laetitz vindt. Leren jullie me ook eens op een andere manier kennen.

25 weetjes over mij

1. Boekenkast. Ik heb drie Ikea Billy-boekenkasten die een hele wand in mijn ‘studeerkamer’ beslaan en bij elkaar meer dan 400 boeken op de planken hebben staan. Ik denk dat je zou kunnen zeggen dat ik een boekenwurm ben. Vier planken met studieboeken van mijn opleidingen (Nederlands, Journalistiek en Godsdienstwetenschap) en de rest romans en jeugdliteratuur (ooit wilde ik daar mijn specialisatie van maken). Mijn Harry Potter-collectie heeft zijn eigen ere-plank precies in het midden. Veel van de 400 heb ik al gelezen maar nog lang niet alles (vooral de studieboeken niet 😉 ). De laatste jaren koop ik minder fysieke boeken. Ik lees nu vooral ebooks via Kobo Plus of (sinds kort ontdekt!) audioboeken via Storytel.
2. Ochtendroutine. Mijn ochtendroutine is heel simpel: zo lang mogelijk in bed blijven liggen. Mijn – eerste – wekker gaat om 06.30. Daarna gaat ‘ie om de 5 minuten opnieuw af tot het echt tijd wordt om op te staan en/of de katjes hun geduld verliezen. Dan geef ik de katjes eten, ga plassen en poets mijn tanden. Fris mezelf op en kleed me aan. Ik voer mijn dwangrituelen uit, geef de katjes een knuffel en een handjevol snoepjes en met een half uur ben ik uit de deur. Ontbijt gaat mee naar kantoor tegenwoordig want door de rij-angst kan ik pas nadat ik op werk arriveer een hap door mijn keel krijgen.
3. Schoonheid. Als ik in de spiegel kijk, ben ik meestal tevreden. Mijn gezicht vind ik mooi, vooral mijn lippen. Vroeger toen ik nog wel eens uitging, kreeg ik wel eens de opmerking dat ik een beetje op Angelina Jolie lijk. Dat commentaar kwam meestal van dronken mensen maar stiekem ben ik er (nog steeds ) verguld mee dat ik een beetje op haar lijk. Mijn lijf heb ik meer moeite mee maar met mijn borsten ben ik blij.
4. Favoriete kledingstuk. Mijn zwarte leren bikersjas. Ooit gekregen van mijn nicht, ik weet niet meer hoe lang geleden, maar lang. Als ik die jas draag, voel ik me stoer en echt mezelf.
5. Lenig. Ik heb sporten en bewegen altijd verschrikkelijk gevonden en ik was er ook nooit goed in. Toen ik enkele jaren begon met yoga begon was het dan ook een grote verrassing om te ontdekken dat ik erg lenig ben. Enigszins hypermobiel zelfs (mijn pezen en gewrichtsbanden zijn -te- soepel). Ik ben een ramp in alles met ballen maar mezelf in een wokkel draaien doe ik zo!
6. Geheimen. Ik kan geen geheimen bewaren, echt niet. Als je niet wilt dat iedereen of een zeker iemand in het bijzonder iets te weten komt, moet je dat ‘iets’ niet met mij delen. Ik doe het niet expres. In mijn enthousiasme of onbedachtzaamheid praat ik nu eenmaal snel mijn mond voorbij. Kan er niks aan doen helaas, wat ik ook probeer!
7. Australië. Ondanks mijn heimwee en vliegangst ben ik al twee keer naar Australië geweest. De eerste keer was zelf ook de eerste keer dat ik zonder mijn ouders op vakantie ging. De vriendin met wie ik toen heel veel omging had op de radio een geheel verzorgde reis gewonnen, inclusief concert van Robbie Williams in Melbourne. En ik mocht mee!!! De tweede keer ging ik met een groot jongerenkoor twee weken naar Perth. Twee grandioze en onvergetelijke reizen!
8. Guilty pleasure. Op de middelbare school was ik een beetje ‘alto’, zoals dat toen heette, en luisterde ik vooral naar metal en punk. Maar stiekem vond ik Robbie Williams ook heeeeeel leuk! Ik raakte aan hem verslingerd door zijn eerste swing-album (ik had toen ook al een zwak voor Frank Sinatra) en ontdekte toen ook zijn toch wel leuke popnummers. Zo leuk dat ik in 2006 9! keer naar zijn concert ging (met als hoogtepunt het concert in Melbourne dus.)
9. Zingen. Zelf zing ik ook heel graag. Ik zit al bijna mijn hele leven op zangkoren. Dat komt ook omdat in het Apostolisch Genootschap waar ik lid van ben zingen heel belangrijk is en je als kind al bij het kinderkoor mag. Daarnaast ging ik ook naar een kinderkoor van de muziekschool. Op dit moment ben ik ook weer bij een zangkoor voor een project. Ik ben niet goed en niet slecht in zingen maar ik vind het zo ontzettend heerlijk om te doen! Ik word er heel blij van en hoe moe ik ook ben, het geeft me energie.
10. Groene groenten. Ik lust eigenlijk alleen groene groenten. Dat heeft niets te maken met dat groen mijn lievelingskleur is. Het komt toevallig zo uit. Ik eet veel te weinig groente, maar als ik groente eet dan kies ik het liefst spinazie (mét room), boerenkool, spruitjes, komkommer en sperzieboontjes. Kom niet aan met bietjes, zuurkool, hutspot, of rode kool, dan ren ik gillend weg.
11. Dierenwinkels. Vroeger liep ik met een grote boog om dierenwinkels heen en zette ook geen voet over de drempel. Ik vond het daar zo ontzettend stinken! Sinds ik zelf twee katten heb, waar ik ontzettend veel van hou, ben ik in één keer van die afkeer af. Ik kan nu bijna geen dierenwinkel voorbij lopen zonder even binnen te kijken (en iets lekkers of een speeltje te kopen voor Morris & Jude).
12. Koffie. Ik drink al sinds mijn 6e koffie geloof ik. Toen was het waarschijnlijk meer koffiemelk en suiker met een scheutje koffie, maar toch, ik vond het heerlijk en ik voelde me heel groot als ik stiekem met de medewerkers uit mijn moeders bedrijf een ‘bakkie’ mee mocht doen. Ik ben nog steeds een koffieleut maar gek genoeg is mijn lichaam er nooit aan ‘verslaafd’ aan geraakt. Ik heb het niet nodig om op te starten en krijg ook geen hoofdpijn als ik een tijd geen koffie drink.
13. Superhelden. Volgens mijn moeder was als klein meisje groot fan van Ivanhoe. Ik kan me daar helemaal niets meer van herinneren, wat gek is want ik herinner me heel veel van mijn kindertijd. Mijn fascinatie voor helden is altijd gebleven: Robin Hood, Spiderman, James Bond. In mijn dagdromen ging ik vaak met ze op avontuur. Nog steeds zijn ze mijn favoriete filmfiguren.
14. Hardlopen. In 2014 ben ik begonnen met hardlopen. Daar wilde ik toen al een tijd mee beginnen. Wat me echt over de streep hielp was een aflevering van een van mijn favoriete tv-series Elementary. In de openingsscène zie je Joan Watson hardlopen door New York. Doen alsof ik net zo cool was als Joan die in de ijskoude sprintjes trekt door Central Park kreeg me eindelijk de deur uit. Ik vind het zelf ook een beetje raar, maar het werkte wel.
15. Later als ik groot ben. Als kind kon ik maar moeilijk kiezen wat ik later zou willen worden. Ik wilde kapster worden, maar ook fysiotherapeut en gebarentolk. Mijn grootste ambitie was echter om (net als) Indiana Jones te worden.
16. Achterstevoren. Ik ben nog heel vaak in de war met links en rechts. Gelukkig gaat dat met voorrang geven in het verkeer altijd goed maar als iemand me zegt dat ik links moet slaan, moet ik eerst nadenken. Hetzelfde heb ik mijn cijfers en tijden. ‘Tweeënveertig’ schrijf ik op als ’24’ en ‘half 5’ als ‘17.30’.
17. Happy deur. Sinds ik in het huis waar ik nu woon ben komen wonen, bewaar ik foto’s, tickets, kaarten en andere memento’s van mooie momenten en de lieve mensen in mijn leven. Het zijn dagelijkse herinneringen aan hoe goed ik het heb in mijn leven, ook als ik me niet goed voel. Zo goed, dat ik al een tweede deur in gebruik heb voor mijn plaksels.
18. Schrikken. Ik schrik heel snel. Een deur die dichtslaat of iemand die plots achter me staat – ik spring een meter in de lucht. Zelfs als ik die persoon heb horen aankomen, schrik ik nog. Om van onweer maar niet te spreken. Met mij naar een spannende film gaan is dus ook niet te doen.
19. Lieveheersbeestjes. Ik heb een hele verzameling lieveheersbeestjes-spulletjes. Wanneer ik daarmee ben begonnen en waarom weet ik eigenlijk niet. Dat rode met zwarte stippen trekt me heel erg aan. In mijn jeugd had ik wel meer verzamelingen, kleine ‘obsessies’ die zijn gekomen en gegaan: teddyberen, Tazmanian Devil, de Televizier tv-gids (ja echt), en Deense trolfiguren. Het meeste heb ik nog (behalve de tv-gidsen) maar opgeslagen op zolder. Alleen de lieveheersbeestjes zie je nog her en der in huis.
20. Brood. Ik ben dol op brood. Als het kon, zou ik de hele dag alleen maar brood eten. Met kaas of met pindakaas en hagelslag (broodje Snickers, hmmmm).
21. Pen en papier. Voor mijn werk zit ik de hele dag achter de computer en mijn telefoon gebruik ik ook voor van alles, maar schrijven doe ik nog altijd het liefst met pen en papier. Vulpen en papier. Ik heb altijd een schriftje of dagboekje bij me. Mijn afspraken hou ik bij in mijn telefoon maar ook in een papieren agenda (van Flow). Mijn blogs schrijf ik zelfs vaak voor een deel eerst uit in een notitieboekje!
22. Geen horror en drama. Ik durf geen horror- en huilfilms te kijken. Ik leef me veel te veel in in films. Ook al weet ik dat het niet echt is. Als kind heb ik bijvoorbeeld wel Chucky en de Gremlins gezien. Ik had nog weeeeeeeeeeeeeeken nachtmerries. En zo ben ik nog steeds. Zielige films kan ik ook niet tegen, dan voel ik me nog heel lang intens triest, bah.
23. Roy Black. Mijn eerste liefde. Waarschijnlijk is er hier niemand die die naam wat zegt haha. Hij was een Duitse Schlagerzanger die ook tv-films maakte, populair in de jaren 60, 70 & 80. Die stem, die ogen! Wellicht dat ik daarom later op de middelbare school zo goed was in Duits hihi.
24. Nepsmaakjes en vieze kleuren. Volgens mijn vriendinnen heb ik een rare smaak. Zo kies ik kennelijk altijd ‘kots- en snot’- kleuren uit in de kledingwinkel. Ik noem dat gewoon mosterdgeel en legergroen, maar goed. Ik geef wel toe dat ik van rare (nep-)smaakjes hou. Als kind at ik liever spruitjes dan patat en pannenkoeken, grapefruit als toetje en bitterkoekjes bij de thee. Ik ben doel op nagemaakte kersenaroma en bananensnoep (maar echte bananen eet ik niet graag). Behalve smaakjesthee, daar hou ik absoluut niet van. Net parfum. Ik drink alleen rooibos en kamille.
25. Lang haar. Pas om mijn 25ste verjaardag liet ik voor het eerst mijn haar knippen. Tot die dag was geen schaar of mes ook maar in de buurt gekomen van mijn haar. Ik had dan ook een vlecht die tot halverwege mijn bovenbenen reikte (los hing mijn haar tot mijn knieën). Op mijn verjaardag ging mijn vlecht er in één keer af. Die vlecht, ongeveer 1 meter lang, heb ik nog. Sindsdien draag ik mijn haar tot iets over mijn schouders.

Wat vind jij ‘typisch jij’?